17 januari 2021
Kanazondag
Schriftlezing:
Johannes 2: 1-11
Van tijd tot tijd
maak ik mee dat iemand een grap maakt over water dat in wijn veranderd wordt.
Zó bekend, ja
overbekend is het verhaal van de bruiloft te Kana.
Wat horen wij in
dit verhaal, juist in onze tijd?
Afgelopen week
maakte ik de zoveelste bijeenkomst via een videoverbinding mee. Een van de
deelnemers sprak zijn verbijstering er over uit dat het nog maar twee maanden
duurt of we leven al een vol jaar in een gedeeltelijke lockdown.
Veel mensen
hebben het gevoel dat er straks echt een heel jaar van hen afgenomen is
geweest.
Een vol jaar
waarin allerlei dingen geen doorgang konden hebben.
Huwelijken werden
uitgesteld of werden in slechts zeer kleine kring gevierd.
Afgelopen week
zag ik de tranen langskomen van iemand die haar proefschrift zou gaan
verdedigen.
Ze had er
jarenlang voor gewerkt, en nu zou ze haar verdediging van achter haar eigen bureau
moeten gaan doen. En er zou geen feest zijn.
Zo hebben we
allemaal op onze eigen manier iets dat we missen.
Als je met dat
alles in het achterhoofd het verhaal van de bruiloft te Kana nog eens hoort dan
valt op wat een ongelofelijke overvloed hier geschilderd wordt. Het kan
niet op.
De inhoud van die
vaten is bij elkaar ergens tussen de 500 en 700 liter.
Het is allemaal
wijn geworden.
Niet zomaar wijn,
maar de allerbeste wijn.
Dat is het eerste
teken of wonderteken dat de evangelist Johannes vertelt.
Jezus zorgt er
voor dat het feest door kan gaan.
Hij is de
gangmaker van het feest.
Een bruiloft
roept beelden op van mensen die zich feestelijk uitgedost hebben.
Het roept beelden
op van verschillende emoties, van vrolijkheid en lachen, maar ook van tranen
die bij de ouders van bruid en bruidegom opkomen. Het roept beelden op van
eten, drinken, dansen en noem maar op. Het zijn gelegenheden dat de tijd even
stil lijkt te staan en de zorgen vergeten worden.
Dat zijn de
eerste beelden, en die zijn ook aanwezig in het verhaal, vooral in de opmerking
dat de slechte wijn meestal pas geserveerd wordt als de gasten al het nodige
ophebben en hun smaakzin niet meer zo goed ontwikkeld is.
Maar er zit ook
een diepere laag in het gegeven van een bruiloft. Een huwelijk is in bijbels
taalgebruik een beeld van de relatie van het volk Israël met de Eeuwige God.
Het is een beeld van het verbond, van het zich verbinden van God en mens.
Zoals twee mensen
zich aan elkaar verbinden, zo verbindt God zich met mensen.
Gods zijn is per
definitie samen-zijn, gericht zijn op een band, op relatie, op een verbond.
Als we dat zien,
beseffen we de diepere betekenis van de plek van het verhaal van de bruiloft te
Kana. Johannes laat het optreden van Jezus beginnen met een verhaal dat in
feite over het verbond gaat.
Jezus herstelt
een bruiloft. Hij herstelt een verbond. Hij herstelt het verbond van God en
mens. En dat doet hij niet zomaar, maar in overvloed, in een waanzinnige
hoeveelheid wijn….
In het huis waar
de bruiloft gevierd wordt moet een groot bassin geweest zijn dat gebruikt werd
voor rituele wassingen. Om dat bassin te vullen waren er zes grote vaten
aanwezig, elk met een inhoud van ongeveer honderd liter.
In het begin van
het verhaal zijn de vaten leeg. Stuk voor stuk moeten ze tot de rand met water
gevuld worden.
Het beeld van die
lege vaten trof mij. Ik kon het niet
laten om daar mijn fantasie op los te laten.
Het eerste waar
ik aandacht is misschien wat vergezocht, ik geef het toe.
Ik dacht aan hoe
we in onze westerse cultuur gericht zijn op de dingen steeds sneller willen
doen, met gegarandeerd resultaat.
Maar velen houden
dat niet vol. De boog kan niet altijd gespannen zijn.
Er komt een
moment dat een mens denkt: ‘waar ben ik mee bezig?’
Is dit werkelijk
wat ik wilde?
Was ik misschien
bezig te vluchten voor de leegte door die vol te stoppen? Met mijn projecten?
Met het project dat ‘leven’ heet?
De oude filosofen
hadden het wel over de ‘horror vacui’: de angst voor het vacuüm, angst
voor de leegte.
Ergens in ons
huis staan als het ware de lege dozen.
Dozen die niet
volgestopt zijn met de geslaagde projecten.
We lopen liever
om die plekken van leegte heen.
Als we er niet
voor zouden vluchten, maar die leegte onder ogen zouden durven zien, dan zouden
we de leegte misschien durven te zien niet als de ruimte die ik zelf
krampachtig weer moet zien te vullen, maar als een ruimte die er op wacht zich
te laten vullen.
Misschien is het
wel God die daarbij het initiatief neemt.
Niet door ons een
antwoord te geven, maar door ons een vraag te stellen.
Dat is mijn
eerste associatie bij die enorme lege kruiken: ze staan in een hoek, vergeten
of voor gevlucht. Ze zijn de leegte die wij niet hebben kunnen vullen met onze
goede bedoelingen en ons werk.
Maar daarmee is
het beeld natuurlijk niet uitgeput.
Die lege vaten
kunnen ook staan voor rituelen die we automatisch volvoeren zonder dat ze nog
werkelijk inhoud hebben.
De lege vaten
zijn te vinden als we oude vertrouwde woorden die we ooit vroeger geleerd
hebben zonder na te denken blijven herhalen, ook al zeggen ze ons niets meer.
Lege vaten zijn
te vinden in ons hele kerk-zijn als dat een prachtig omhulsel is dat bij nadere
beschouwing niets dan een lege huls blijkt te zijn. De geest is er uit. Het
stromende water is er uit. Het stroomt niet meer.
Op de bruiloft
waar Jezus aanwezig is zijn de vaten leeg. En er is geen wijn meer, geen
vreugde.
Maar het feest
moet doorgaan! Er moet wijn zijn!
Welnu, wat Jezus
doet is dat hij deze lege vaten in dienst neemt. Hij laat ze vullen met water,
tot de rand.
In het water kunnen
we een beeld te zien voor het gewone, dagelijkse, alledaagse leven.
Het leven met al
z'n zorgen en vreugden, maar ook het leven dat soms te veel van de ene in de
andere week lijkt over te gaan, zonder al te grote hoogte- en dieptepunten.
In deze
Coronatijd hebben veel mensen er last van dat de ene week snel overgaat in de
andere. Dat komt omdat er te weinig momenten zijn die echt afwijkend zijn.
Ons gewone leven
is het basismateriaal.
Het is een
misverstand dat het bij geloven allereerst zou gaan om een bijzondere
parallelle geestelijke wereld naast onze eigen wereld.
De verhalen van
de bijbel wijzen een andere kant op.
Ze nodigen uit om
ín onze eigen wereld, ín ons eigen leven Gods roepstem te gaan vernemen.
Het gaat niet
allereerst om een andere werkelijkheid, maar om onze werkelijkheid anders.
Het medicijn dat
het Nieuwe Testament ons daarbij aanreikt is dat van de liefde. De agapè, de
zichzelf wegschenkende liefde. En die op haar beurt wordt gevuld door de oud-testamentische
noties van recht en gerechtigheid. Zo voorkomen we dat 'liefde' een gevoel
blijft. Liefde is een handelen. Liefde is een daad. Liefde is zorgen dat het
feest toch door kan gaan. Niet zomaar, maar in overvloed.
Jezus laat de
lege vaten vullen met water, met het water van alledag. Waar dat leven gevierd
wordt in de geest van de liefde van Christus, daar wordt water tot wijn. Het
water van alledag komt tot haar bestemming. Het leven krijgt een diepere
kwaliteit, de Christus-kwaliteit. De wijn gaat stromen, wijn van vreugde. Wijn
van eeuwig leven.
In Jezus geeft
God ons zijn ja-woord. Zonder voorbehoud. Het feest gaat door. In overvloed.
Wij mogen onze glazen laten vullen, in overvloed. En delen daar van uit.
Erik van Halsema
[ivm het feit dat de dienst alleen online aangeboden werd en mede daarom ook korter moest zijn werd alleen de NT-lezing gebruikt; anders had ook nog Jesaja 62: 1-5 geklonken.]
Geen opmerkingen:
Een reactie posten