Always reach for the top

Always reach for the top

dinsdag 24 november 2020

De Morgenster
22 november 2020
Eeuwigheidszondag


‘DE SABBATSRUST’


Eerste lezing: Genesis 2: 1-4a
Zingen: ‘Met niets van niets’ [602]
Tweede lezing: Openbaring van Johannes 14: 12-13
Muzikaal intermezzo: Franz Schubert, Litaney auf das Fest Aller Seelen

Overweging

En toen waren de klanken van piano en cello tot zwijgen gekomen.
Stilte.
Rust.
Stilte vol van herinneringen.
Misschien geen rust maar eerder onrust.
Zit ik wel goed hier in de Morgenster?
Lukt het straks voor mij om die ene kaars aan te steken?

Stilte en rust was het op de zevende dag van de schepping.
Dat had ook anders, ja heel anders gekund.
De afgelopen weken hebben we op elke zondag één van de scheppingsdagen langs zien komen.
Wat een enorm werk is daar wel niet verricht…
Ga er maar eens aanstaan..
Het licht roepen.
Aarde en hemel van elkaar scheiden.
Het droge land tevoorschijn roepen.
Zon, maan en sterren als lampen aan het hemelgewelf ophangen.
De vogels en de vissen maken.
De dieren op het land, en als laatste: de mens, mannelijk en vrouwelijk.
Daar ga je, tussen haakjes, lieve God, nog wat mee beleven…
Alles bij elkaar: wat een ongelofelijk werk, van de eerste tot en met de zesde dag.

Het resultaat is prachtig!
Alles is klaar om verder mee te gaan werken.
Om het verder te laten groeien en bloeien,
om het tot ontwikkeling te laten komen.
Het is als een boer die zijn akker heeft ingezaaid, en die niet wachten kan totdat de eerste sprietjes omhoog komen.
Maar die boer heeft in de tussentijd nog wel van alles en nog wat te doen, zoals wij koortsachtig elk jaar opnieuw onze punten moeten verzamelen.
Rust roest nietwaar?
Levenslang moeten we leren.
Dus toen na de zesde dag de zon opnieuw opkwam, toen is natuurlijk alles en iedereen fluks aan het werk gegaan, met goede zin om de targets te halen.

Nee dus, zegt Israël in dit verhaal.
Zo is het niet gegaan.

Na zes dagen van grote activiteit, van elke dag iets nieuws, van het ene fundament na het andere leggen, na die zes dagen toe de zon opnieuw opkwam…. zag de zon het land liggen.
En het land had rust.
De dieren hadden rust.
De machines zo zij er al waren geweest stonden stil.
Want God rustte op die zevende dag.
Niet omdat hij te moe was om nu echt aan de slag te gaan, zoals spotters van alle eeuwen hebben gehoond.
Nee, Hij rustte om alle tijd te hebben om te genieten van al het moois dat Hij had gemaakt, van alle rijkdom die hij om zich heen zag.
In vergelijkbare verhalen uit het oude Oosten is het inderdaad zo dat de goden na hun scheppingswerk uitgeput zijn.
Zo niet in dit verhaal.

Wat goed is het om de tijd te hebben om te genieten, moet God gedacht hebben.
Dat staat er niet maar mogen we er beslist bij denken.
Ja, want God had nu alle tijd om een zegen te geven aan die dag.
Dat is in het verhaal de derde zegen.
Eerst gaf God een zegen aan de levende wezens.
Toen hadden de mensen een zegen gekregen.
En toen kreeg de zevende dag, de sabbat, de stakingsdag, een zegen.

Die derde zegen is natuurlijk het hoogtepunt.
Zo werkt het bijbels ABC.
De zevende dag is het hoogtepunt, niet de zesde dag waarop de levende wezens en de mens geschapen werden.
Niet de mens is de kroon van de schepping.
Nee, de sabbat, de dag van rust is de kroon van de schepping!
Op deze dag viert Israël wat voor alle dagen geldt maar wat pas echt vorm krijgt op de zevende dag: dat God de tijd heeft….. voor ons.


Wat heerlijk, om zo te mogen delen in een zegen die God in zijn schepping heeft gelegd!
‘Dag van genieten en van rust, dag van bijkomen en staken met alle stress, wat fijn is het dat jij er ook bent!’, dat wil het zeggen dat die dag gezegend werd.
Ik hoef dan ook niet uit te leggen dat de rustdag als een saaie dag waarop niks mocht, dat dat een karikatuur is.
Alsof zegen samen zou kunnen gaan met saaiheid!
Dat kan toch niet de bedoeling zijn…….?

Maar ons leven kent wel saaiheid.
En kent stress, onzekerheid,
zeker in deze tijd.
Met vreugde hoorden we de afgelopen week berichten over de snelle ontwikkeling van diverse vaccins.
We krijgen weer hoop, maar durven ons daar nog niet echt aan over te geven.
Sommigen van ons zijn wantrouwig tegen het hele idee van je laten vaccineren.
Anderen denken: wie weet wat ons nog te wachten staat?
Voor je het weet komt er toch een derde golf.
Sommigen van ons zouden graag in winterslaap willen gaan, om dan in het voorjaar wakker te worden als alles weer normaal is.
Maar dat komt nooit meer terug. Alles stroomt, alles verandert.

Maar wat niet verandert dat is dat God daarin te vinden, in die eindeloze stroom, in al onze tijden,
in tijd om te planten en tijd om te rooien,
in tijd om te rouwen en in tijd om te dansen,
in tijd om te zoeken en tijd om te verliezen.
God openbaart zich in die dagen, in al die dagen.
God is niet buiten onze onzekere, immer veranderende wereld, maar er midden in.
God komt niet pas aan het licht als alles weer goed is, alles in harmonie, alles kloppend.
Geloven is een uitnodiging om tegen de klippen op te vertrouwen dat de wereld veilig in Gods handen is, ja ook ons eigen leven.
Juist op een zondag als deze durven we dat te verwoorden.
En met de ziener op Patmos mogen wij belijden: de gestorvenen mogen uitrusten van hun inspanningen.
Johannes op Patmos hoort een stem uit de hemel en schrijft dat op, geeft het door aan ons.
Hij geeft ons die woorden in vertrouwen door dat het inderdaad zo mag zijn, want ze zijn gestorven in verbondenheid met onze Heer, met Jezus, hij die gestorven is maar leeft.


Durven wij die woorden aan te nemen?
Je komt je huis binnen en het is stil.
Er is een lege plek aan tafel.
Je leeft met herinneringen.
Onze eenzaamheid hierin wil op deze morgen even lichter gemaakt worden.
Er branden straks elf kaarsen.
Straks brandt er ook een kaars voor hem of haar.
Brandende kaarsen naast elkaar – je bent niet alleen in je verdriet.

De diaken van dienst zal straks ook een kaars aansteken voor allen die niet met name genoemd zijn, allen aan wie wij willen denken,
allen van wie wij tegen al het bewijs van de wereld in willen geloven dat ze niet in het niets zijn gevallen, maar opgevangen zijn door een hand, thuisgekomen.

Op Engelse graven staat vaak: R.I.P.
Dat is: Requiescat in pace: hij of zij ruste in vrede. Of ook wel: Rest in Peace.
Dat wenst de ene mens de andere toe: rust in vrede.
Ons zijn nog steeds dagen van leven geschonken, dagen waarin we zegen mogen ontvangen, en het mogen uitdelen aan elkaar.

ik sluit af met een couplet van een lied uit ons liedboek, Lied 836, het vierde couplet:

    Leg Heer uw stille dauw van rust
    op onze duisternis.
    Neem van ons hart de vrees, de lust,
    en maak ons innerlijk bewust
    hoe schoon uw vrede is,
    hoe schoon uw vrede is.

Dat het zo mag zijn.




Erik van Halsema 2020