Always reach for the top

Always reach for the top

vrijdag 7 augustus 2020

 

GOD EN DE PANDEMIE

 Openingsartikel voor de herfstwijkbrief van de Morgenster, augustus 2020

De tijd die we collectief hebben doorgemaakt vraagt om bezinning. Het vraagt om doordenking van de kwetsbaarheid van onze ‘global village’, stelt vragen over menselijke nalatigheid en de wijze waarop landelijke en lokale overheden kunnen en mogen handelen. Aan die vragen hebben we al de handen vol. Maar deze tijd vraagt ook om theologische bezinning. Waar is God in dit gebeuren? Hoe kan een gelovig reageren er uitzien? Als pastor/wijkpredikant die ook theoloog probeert te zijn ben ik blij dat ons theologiseren niet in een luchtledig hoeft te gebeuren, maar dat er voortrekkers blijken te zijn. Er staan mensen op die een goed woord hebben. Een woord dat bijbels gefundeerd is en waarmee we verder kunnen. Een dergelijk woord is te vinden in een klein boekje, geschreven door Tom (N.T.) Wright, oud-bisschop van de Anglicaanse kerk en beter bekend als een zeer vruchtbaar bijbelwetenschapper. Ik heb het in de Nederlandse vertaling gelezen (‘God en de pandemie. Een Theologische reflectie op het coronavirus en wat volgt’). Het is een boekje (want slechts ca honderd pagina’s) dat zeer geschikt is om nog eens met een groep te lezen – en je erdoor te laten bemoedigen.

Wat zegt Tom Wright? Wat we allereerst moeten doen is niet proberen te begrijpen (dat gaat namelijk niet lukken) maar treuren en klagen. Als wij verstrikt dreigen te raken in de aanname van een almachtig God (die deze pandemie dus had kunnen of moeten voorkomen) dan moeten we vanuit het geheel van de bijbel naar Jezus kijken. Zijn woorden en optreden lieten een heel ander beeld van goddelijk koningschap zien dan we misschien geneigd zijn aan te nemen. God stuurt geen aardbevingen of een pandemie op ons af om ons tot inkeer te brengen maar heeft een oproep tot omkeer via Jezus gedaan en doet dat nog steeds in de prediking van de kerk, geleid door de Geest. De vroege kerk liet iets verbazingwekkends zien dat nog nooit eerder vertoond was: voor het eerst in de geschiedenis voelt een multiculturele groep in de ene stad [namelijk de gemengd samengestelde gemeente in Antiochië] een broederlijke verplichting ten opzichte van een monoculturele groep in een andere stad 450 kilometer verderop [namelijk de Joods-christelijke gemeente in Jeruzalem]. Zo werkte de Geest toen, zo werkt de Geest nu. Dat verhaal uit de begintijd van de kerk is een antwoord niet op de vraag naar het ‘waarom’ maar op de vraag ‘’wat moeten we doen?’ Wright vult dat allereerst zo in dat we mensen van gebed dienen te zijn, gebed voor een ander. Op dat moment bij het lezen miste ik iets. En inderdaad, later in het boek vult Wright dat aan in de tweeslag gebed én actie. Dan wel als mensen die niet naar anderen wijzen om aan hen de schuld te geven maar die opgenomen zijn in hetzelfde zuchten van de schepping als dat waar Paulus zo indringend van spreekt in het achtste hoofdstuk van de Romeinenbrief. Geen stoïcijnse berusting maar, ik citeer: ‘wij zijn geroepen hard te werken, omdat wij weten dat God in ons werkt’. Zo werkt de regering van God: via mensen. Ook via ons.

Er zou nog veel meer moois uit dit boekje te halen zijn maar ik laat het voor dit openingsartikel hierbij. Wie het boekje ook gelezen heeft of wil gaan lezen en dat een keer met anderen wil delen: heel graag wil ik een bijeenkomst hierover faciliteren! Neem dan even contact met mij op.

 

Erik van Halsema