Always reach for the top

Always reach for the top

woensdag 31 mei 2017

‘Uit de schatkamer van Rond de Bethlehemkerk’

Als je bijna achttien seizoenen lang een gemeente hebt mogen dienen als predikant is het niet raar als je bij je afscheid vooral ook gaat terugblikken. Voor mijn laatste openingsartikel van Rond de Bethlehemkerk ben ik mijn digitale archief ingedoken, en heb ik alle stukken verzameld die ik ooit als openingsartikel voor RdB heb aangeleverd. 

Ik dacht dat ik op circa veertig stukken en stukjes zou uitkomen, maar het bleken er veel meer te zijn. Het zijn er wel vierenzestig! Dat komt zo: tot en met 2005 verscheen het blad als een maandblad, elf maal per jaar. Pas in 2007 gingen we over op eens per twee maanden, en sinds 2014 is het een kwartaalbad. In mijn eerste jaren, toen ik samen met Kick Bras en Hanneke Keur een pastoraal team vormde, was ik dus vaak aan de beurt om een openingsartikel te leveren. Tot 2001 mocht de kopij worden ingeleverd bij Hanneke en Maarten Bekker, daarna namen Milton Arron en Irene Fennis (vanaf 2007) en drie jaar later Evert Kruithof dat stokje over. Het uiterlijk van het blad is in al die jaren niet zo veel veranderd: nog steeds een gele omslag. Maar de drukkwaliteit is wel verbeterd, met veel vaker ook plaatjes. 

Het was voor mij een feest der herkenning om bijna achttien jaar kopij voor RdB door te spitten. Wat kwam ik veel leuks tegen! Stukken over mooie zomerseries waarvan we dan na afloop een boekje maakten, niet te tellen zoveel leerhuizen en catechesebijeenkomsten. Het vijftigjarig jubileum van de kerk komt natuurlijk langs, en de ingrijpende verbouwing. Je komt ook veel grappigs tegen. Wist u dat we pas in 2008 overgingen tot wekelijks koffiedrinken na de dienst? Waarom toen pas vraag je je dan af. 

Vierenzestig verschillende openingsartikelen heb ik dus ooit mogen leveren aan ‘Rond de Bethlehemkerk’. Die stukken hebben een gemiddelde lengte van ongeveer vijfhonderd woorden. Wat heb ik met die ruimte gedaan? Ze zeggen wel eens dat elke predikant eigenlijk maar één preek heeft. Dat kwam bij mij op toen ik herlas wat ik ooit, in november 1999, als eerste stuk heb aangeleverd. Daar kom ik een typerende combinatie tegen die ook in veel andere artikelen te vinden is, van aan de ene kant volop staan in een cultuur waarin Godsbeleving absoluut onvanzelfsprekend is geworden, en dat ook verwoorden, en anderzijds via een persoonlijke ervaring van een concrete persoon iets aandragen van Gods aanwezigheid in ons midden, in dit geval van een vrouw die te midden van grote ellende onbezorgdheid kon opbrengen. Waarmee ik dus mijn lezers een mogelijke vindplaats van God voorschotelde. En ook typerend is dan de gedachte dat wij als mens een heel eind zelf komen, maar het laatste niet zelf bereiken. Compleet met de one-liner ‘liefde komt van de overzij’. 

Bij een nummer dat na de zomer uitkwam heb ik uiteraard vaak het nieuwe jaarthema centraal gesteld. Wat hebben er mooie bij gezeten! Bijvoorbeeld: ‘Kerk naar buiten’, ‘Tegen de stroom in’, ‘Geloven NU’, ‘De seizoenen van het leven’, ‘De kerk, daar zit muziek in’, ‘Vol van hoop’, ‘Bewogen met liefde’, ‘Samen bouwen aan een huis voor de mensen’. Bij het zien van deze motto’s komen er bij mij heel veel mooie herinneringen naar boven. 

Ongeveer een kwart van de stukken bestaat uit heel serieuze bijdrages waarin ik een bepaalde theologische vraag centraal stel. Veel van die stukken zijn nog in te zien in het ondergeschoven hoekje ‘bezinning’ van www.bethlehemkerk.nl . Denk aan thema’s als ‘Gods almacht’, ‘de betekenis van het kruis’, ‘bidden’, ‘kun je geloven op een fragmentarische manier?’ Dit zijn de stukken waar ik vaak in de weken na het verschijnen van RdB gesprekken over kreeg op huisbezoek. Zesmaal heb ik voor RdB een preek bewerkt. Dat waren dan altijd preken waar ik veel positief commentaar op had gekregen, en waarvan ik dacht dat het goed was die teksten beschikbaar te maken voor een breder publiek. Op die manier kwamen bijvoorbeeld thema’s langs als ‘je leeft maar één keer’ (uit een Song & Praise dienst – ook weer iets dat kwam en ging!) of een preek over ‘missionaire gemeente’. Die laatste preek hield ik in juli 2009 in de Waaier en is memorabel omdat ik daar het idee lanceerde voor een breed publiek bijeenkomsten te gaan organiseren rond de kerkvaders en kerkmoeders van Kerkelanden: hier werd het project ‘Het verhaal van Kerkelanden’ geboren. 

Een enkele maal staat de actualiteit centraal: Ayaan Hirsi Ali en Theo van Gogh kwamen in 2004 en 2005 langs. Vijfmaal gaf ik commentaar op een gedicht of liedtekst. Ook andere stukjes eindigden regelmatig met poëzie. Huub Oosterhuis komt maar liefst achtmaal langs, maar ook een confessionele auteur als Alfred Bronswijk citeerde ik regelmatig. Typisch voor een predikant die altijd geweigerd heeft zich in hokjes te laten stoppen. Driemaal bestaat het openingsartikel uit een verhaal. In mei 2012 publiceerde ik op die manier een zelf geschreven verhaal ‘uit het grote dierenbos’ – het verhaal van de paasdienst vlak daarvoor. 

Losse thema’s die mij troffen waren verder bijvoorbeeld: een uitleg van de reiszegen van St. Patrick, twee stukken over Dietrich Bonhoeffer, de toespraak die ik hield bij de planting van de appelboomgaard naast onze kerk, een artikel over levenskunst, over de zegen van pluriformiteit in de gemeente, over de verbinding van geloof en dagelijks leven. En zo zou ik nog even kunnen doorgaan. 

Tot slot: vrijwel altijd heb ik mij er met plezier toe gezet om een openingsartikel te gaan schrijven. Schrijven doe ik graag. De redactie heeft mij nooit enige beperking opgelegd. Ik hoop van harte dat ik ook met deze stukjes iets van waarde heb mogen achterlaten in onze wijkgemeente! 

Geheel in stijl eindig ik met een tekst uit ons liedboek, lied 324. Eén van mijn favoriete liederen. Een lied waarin tekst en melodie op een bijzondere manier een eenheid vormen. Ook nu is het een tekst van Huub Oosterhuis.  

Wat vrolijk over U geschreven staat: 
dat Gij zijt de gloed van al wat leeft, 
de ziel die vonkt of als een brand uitslaat,
 de adembron die ons te drinken geeft. 

wat vurig staat geschreven: 
dat Gij komt ‘redden wat verloren is’,
dat woord, dat Gij het hart hebt, ogen, dat Gij hoort, 
‘Ik zal er zijn’, zonsopgang, nieuw verbond - 

dat hoge woord, geschreven wit op zwart, 
trouw van trouw, hoe heeft het ons bevrijd, 
beschaamd, vervoerd, getroost, dan weer getart. 
Hoe dorsten wij te weten wie Gij zijt. 

Lezer, het ga u goed! 

_________________ 

[Laatste openingsartikel geschreven voor RdB = Rond de Bethlehemkerk, kwartaalblad van de Wijkgemeente Bethlehemkerk te Hilversum. Juni 2017]

Geen opmerkingen:

Een reactie posten