Op zoek naar een ingang om een welbekende tekst nieuw leven
in te blazen (Lc. 1:26-38) was ik blij met de OT-lezing die door het
leesrooster wordt aangereikt (namelijk 2 Sam. 7:1-16 – niet 4-16, dat is een
rare start…).
Walter Brueggemann geeft in zijn commentaar op de boeken Samuël (serie: Interpretation; Louisville 1990) het nodige om te herkauwen.
Tegenover elkaar staan:
Walter Brueggemann geeft in zijn commentaar op de boeken Samuël (serie: Interpretation; Louisville 1990) het nodige om te herkauwen.
Tegenover elkaar staan:
- vs 5: ‘Wil jij voor mij een huis bouwen om in te wonen?’
- vs. 11: De EEUWIGE zegt je dat hij voor jou een huis zal
bouwen.
Daaraan gekoppeld komt dan in 14-15 de belofte voor het
Davidische koningshuis.
Brueggemann noemt dit orakel ‘the most crucial theological
statement in het Old Testament’. Waarom zo centraal? Tot nu toe waren alle
beloften aan het volk conditioneel gesteld (bijvoorbeeld Exodus 19: 4-6). Nu
echter vinden we een onconditionele belofte.
Brueggemann is een kritisch exegeet en gaat uitgebreid in op
de Davidische claim die hieronder heeft gelegen. Anders gezegd: heeft de
profeet Nathan zich voor een ideologisch karretje laten spannen?
Maar toch: ‘this ideological statement is the vehicle for
the Bible’s best theology of grace and messianism’. Het is zowel ideologie als
theologie. ‘Perhaps this is an extreme case of ‘word becoming flesh’.’
Brueggemann stelt: tot dit verhaal is de grote kwestie: ‘Waar
is God in onze gemeenschap’? Vergelijk de ark. Die vraag wordt nu vervangen
door het onconditionele verbond met David en zijn nageslacht.
Wat gebeurt er met het verhaal van Maria en Gabriël als we
op deze manier 2 Samuël 7 er bij nemen, inclusief de door Brueggemann daar
geziene ‘theology of grace’?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten