Always reach for the top

Always reach for the top

donderdag 18 december 2014

'Theology of grace' in 2 Samuël 7:1-16 en Lucas 1:26-38? - 4e advent 2014



Op zoek naar een ingang om een welbekende tekst nieuw leven in te blazen (Lc. 1:26-38) was ik blij met de OT-lezing die door het leesrooster wordt aangereikt (namelijk 2 Sam. 7:1-16 – niet 4-16, dat is een rare start…).
Walter Brueggemann geeft in zijn commentaar op de boeken Samuël (serie: Interpretation; Louisville 1990) het nodige om te herkauwen.
Tegenover elkaar staan:
- vs 5: ‘Wil jij voor mij een huis bouwen om in te wonen?’
- vs. 11: De EEUWIGE zegt je dat hij voor jou een huis zal bouwen.
Daaraan gekoppeld komt dan in 14-15 de belofte voor het Davidische koningshuis.
Brueggemann noemt dit orakel ‘the most crucial theological statement in het Old Testament’. Waarom zo centraal? Tot nu toe waren alle beloften aan het volk conditioneel gesteld (bijvoorbeeld Exodus 19: 4-6). Nu echter vinden we een onconditionele belofte.
Brueggemann is een kritisch exegeet en gaat uitgebreid in op de Davidische claim die hieronder heeft gelegen. Anders gezegd: heeft de profeet Nathan zich voor een ideologisch karretje laten spannen?
Maar toch: ‘this ideological statement is the vehicle for the Bible’s best theology of grace and messianism’. Het is zowel ideologie als theologie. ‘Perhaps this is an extreme case of ‘word becoming flesh’.’
Brueggemann stelt: tot dit verhaal is de grote kwestie: ‘Waar is God in onze gemeenschap’? Vergelijk de ark. Die vraag wordt nu vervangen door het onconditionele verbond met David en zijn nageslacht.
  
Wat gebeurt er met het verhaal van Maria en Gabriël als we op deze manier 2 Samuël 7 er bij nemen, inclusief de door Brueggemann daar geziene ‘theology of grace’?


dinsdag 9 december 2014

Bij Jesaja 65: 17-25

Bij 14 dec. 2014, zondag Gaudete

Bij deze passage heb ik het commentaar van W.A.M. Beuken uit POT (Jesaja III-b)  als zeer verhelderend [en homiletisch vruchtbaar!] ervaren. Zie bijvoorbeeld op p. 94: "Kortom, wij neigen ertoe de gebruikelijke boodschap van het hoofdstuk om te keren. TJ stelt het niet zo voor dat God een nieuwe kosmos moet scheppen om voor zijn knechten een rechtvaardig bestel van heil te kunnen verwerkelijken, maar YHWH treedt met zijn knechten in een volmaakt verbond. Daardoor wijzigen de omstandigheden van het menselijke bestaan zich zo fundamenteel dat men dit ingrijpen van God als de schepping van een nieuwe hemel en een nieuwe aarde mag beschouwen. Het hele gebeuren is primair een omvorming niet van de kosmos, maar van het volk Israël."
Stof genoeg voor de derde zondag van advent. Met 1 Thess. 5 en Johannes 3 genoeg stof voor bijvoorbeeld uitwerking van het thema 'vreugde'.

zondag 7 december 2014

De Goedheiligman praat van zich af

Dit kerkblad verschijnt op zes December, de naamdag van Sint Nicolaas. Enkele dagen voor zijn vertrek naar Spanje vond in het bisschoppelijke buitenverblijf in Zeist een oecumenisch gesprek plaats tussen redactielid en predikant Erik van Halsema en Sint Nicolaas. Samen keken zij terug op de afgelopen weken. Een openhartig gesprek.

Beste Sint, u zult wel blij zijn terug te mogen gaan naar Spanje.
Wat betreft het weer, zeker! Maar wat zal ik ze missen, de blije kindergezichten! Ook dit jaar was het een prachtfeest. Geweldig dat ik dit op mijn oude dag nog mee heb mogen maken!

Maar heeft u dan niets gemerkt van de spanningen rond uw feest?
Spanningen? Ook dit jaar zag ik weer de spanning bij de kinderen, zeker de kleinsten. Zouden de schoentjes wel gevuld worden? Zou de pakjesboot de steven wenden en op tijd terug zijn voor pakjesavond? Het Sinterklaasjournaal heeft ook dit jaar weer prachtig journalistiek werk geleverd, alle hulde!

Bij uw intocht in Gouda vonden er arrestaties plaats…
Dat was inderdaad een treurig dieptepunt, iets dergelijks was nog nooit eerder gebeurd. Maar ik was er niet verbaasd over. Mijn nuntius in Nederland had mij reeds in Madrid op de hoogte gebracht van te verwachten onlusten. Maar daardoor hebben mijn Pieten en ik ons totaal niet door laten afleiden.

U heeft uw kop in het zand gestoken dus?
Dat zijn uw woorden. Een bisschop spreekt liever van ‘onbezorgde aanwezigheid’. Ons feest is zo sterk dat het niet stuk kan. Van A tot Z hebben wij vertrouwd op de goede afloop. En dat vertrouwen is niet beschaamd geweest!

U noemde uw Pieten. Hoe zijn zij omgegaan met de kleurenkwestie?
Het ware Piet-zijn zit niet in een potje schmink. Het zit van binnen. Wat dat betreft kunnen we spreken van een historisch feest dit jaar. Mede aangezwengeld door het door mij reeds eerder genoemde Sinterklaasjournaal gebeurde er iets prachtigs rond de Pieten. Het Piet-schap werd gedemocratiseerd, verbreed! Mensen ontvingen thuis een zak met schoenkadootjes niet alleen voor henzelf maar om uit te delen aan de buren. De Piet, die zit in ons allemaal! Ook de kleinsten begrepen nu eindelijk dat het een Piet niet te doen is om schrik aanjagen, dat is een vroeg-twintigste eeuws misverstand rond ons feest. Nee, een Piet is gekomen om te dienen. Om uit te delen. En dat kunnen wij allemaal! Ja, ik durf zelfs te zeggen dat ons feest dit jaar geheel paste bij de door uw overheid ooit gepropageerde participatiemaatschappij.

U blijkt heel goed op de hoogte van de Nederlandse situatie.
Van een geestelijke mag niet anders verwacht worden. Mijn chef in Rome - die zich overigens beschouwt als de opvolger van een zekere andere Piet, maar dit terzijde - inspireert mij om nog meer dan vroeger met beide benen in de samenleving te staan. Ook deze bisschop moet met zijn tijd meegaan.

Toch nog even over de Pietenkwestie, hoe vond u dat we het in Nederland wat dat betreft hebben gedaan?
In principe is een Piet zwartgekleurd. Dat kan niet anders want hij moet door de schoorsteen. Dat snapt elk kind. Maar dat er ook af en toe andere kleuren voorkomen, ach wat zou het? Er was slechts één ding dat ik niet vond kunnen. Dat was toen de TV een drietal clownspieten opvoerde.

Waarom niet?
Die zagen er tien maal zo eng uit als een gewone Piet! Maar het was een blessing in disguise, want toen die eenmaal in beeld waren geweest was iedereen blij dat de rest er als vanouds uitzag, van Huispiet tot Zeurpiet tot Sorrypiet.

Blijft u naar Nederland komen?
Wablief? Natuurlijk! Mijn feest is een jaarlijkse herinnering aan het Piet-schap van alle gelovigen, excuus burgers. Ook al lopen de kerken misschien leeg, met ons feest herinneren we ons weer waartoe wij bestemd en geroepen zijn. Dat pietenpak, dat past ons allemaal!

Volgend jaar dus ook weer gewoon Zwartepieten?
Als de schminkfabrikanten blijven meewerken, zeker!

Mag ik u bedanken voor dit openhartige gesprek?
Het genoegen was geheel aan mijn zijde. En vergeet u niet de inhoud van uw schoen te checken bij het verlaten van dit pand?

Copyright Erik van Halsema
Interview, gepubliceerd in het Kerkblad voor Hilversum, 6 dec. 2014